Kaart van een geprojecteerd kanaal van Utrecht naar de Zuiderzee


Home | Kaarten | Utrecht en Gelderland | Kaart van een geprojecteerd kanaal van Utrecht naar de Zuiderzee
Kaart van een geprojecteerd kanaal van Utrecht naar de Zuiderzee
Datering: 1720
Bron: Utrechts Archief

EEN AFDRUK VAN DEZE KAART BESTELLEN? KLIK HIER

De eerste plannen voor een kanaal van Utrecht naar de Zuiderzee waren er al in de vijftiende eeuw. De Vecht was smal, kronkelig en mondde uit bij de ondiepten van Muiderzand en Pampus. Als alternatief dacht men aan een kanaal dat uitkwam op de veel bredere Eem. Die plannen strandden echter, onder meer door verzet vanuit Amersfoort, dat er niets...

EEN AFDRUK VAN DEZE KAART BESTELLEN? KLIK HIER

De eerste plannen voor een kanaal van Utrecht naar de Zuiderzee waren er al in de vijftiende eeuw. De Vecht was smal, kronkelig en mondde uit bij de ondiepten van Muiderzand en Pampus. Als alternatief dacht men aan een kanaal dat uitkwam op de veel bredere Eem. Die plannen strandden echter, onder meer door verzet vanuit Amersfoort, dat er niets voor voelde om de zeehandel via de Eem met Utrecht te delen.
 
Tussen 1630 en 1650 kwamen de plannen opnieuw op tafel. De Tachtigjarige Oorlog was bijna gewonnen en  de welvaart groeide snel. Utrecht zag tot zijn ongenoegen hoe Amsterdam zich tot een wereldhaven had ontwikkeld en dat het als overslaghaven door Amersfoort overvleugeld werd. In de verschillende plannen voor stadsuitbreiding was steevast een zeehaven opgenomen, en een kanaal naar de Zuiderzee.  
 
In 1670 verscheen het eerste, meer uitgewerkte plan. Auteur was Everard Meyster, die in hetzelfde jaar ook een plan lanceerde voor een grote stadsuitbreiding (klik hier voor de bijbehorende kaart). Meyster ontwierp een kanaal dat niet uitmondde in de Eem, maar die rivier kruiste en bij Spakenburg in de Zuiderzee kwam. Afnemende welvaart leidde ertoe dat de plannen op de lange baan werden geschoven en uiteindelijk in de vergetelheid raakten.
 
Begin negentiende eeuw kwam het plan van Meyster opnieuw in beeld. Een groep invloedrijke investeerders legde een geactualiseerde versie ervan voor aan koning Lodewijk Napoleon, die Utrecht boven Amsterdam had gekozen als residentiestad. De koning omhelsde het plan onmiddellijk. Hij wilde koste wat kost ‘zijn’ Utrecht tot bloei brengen. De motivatie daarvoor kwam vooral voort uit ergernis over de altijd  weer ‘lastige Amsterdammers’ én de behoefte om zijn grote maar jongere broer, Napoleon, af te troeven. Want die had Amsterdam, na Parijs en Rome, uitgeroepen tot de derde (commerciële) hoofdstad van zijn Europese rijk.
 
In maart 1809 werd op twee plaatsen begonnen met graafwerkzaamheden. Net buiten het Wittevrouwenbolwerk werd een begin gemaakt met een havenbekken, dat later gebruikt werd voor de vuilnisboten er die het stedelijk afval losten. De graafwerkzaamheden tussen Baarn en Soest zijn nog te herkennen in de Praamgracht langs de zuidoostrand van het landgoed achter paleis Soestdijk.
 
Deze kaart is van ca. 1720 en is vermoedelijk een heruitgave van het oorspronkelijke plan van Everard Meyster. De oorsponkelijke kaart bestaat uit twee losse bladen die hier digitaal aan elkaar geplakt zijn. Het origineel van het linkerblad heeft aan de onderkant een flap met een hoogteprofiel van het terrein.
 
Bron: M. Kuzczynka, De Utrechtse zeehaven
 
 



Meehelpen om onze content ook in de toekomst gratis beschikbaar te houden? Doneer dan nu via deze knop!

 

 
Lees meer