Kaart van Sluis, het Zwin ende de schansen aen weder syde


Home | Kaarten | Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland | Kaart van Sluis, het Zwin ende de schansen aen weder syde
Kaart van Sluis, het Zwin ende de schansen aen weder syde
Datering: 1627
Bron: Rijksmuseum

EEN AFDRUK VAN DEZE KAART BESTELLEN? KLIK HIER

Deze kaart uit 1627 (dus uit de periode van de Tachtigjarige Oorlog) toont de vestingwerken aan weerskanten van wat destijds nog resteerde van het Zwin. Oorspronkelijk was dat een brede zeearm die tot aan Brugge reikte. Door het geleidelijke dichtslibben ervan zagen de Bruggenaren zich genoodzaakt om steeds weer een nieuwe voorhaven te realiseren:...

EEN AFDRUK VAN DEZE KAART BESTELLEN? KLIK HIER

Deze kaart uit 1627 (dus uit de periode van de Tachtigjarige Oorlog) toont de vestingwerken aan weerskanten van wat destijds nog resteerde van het Zwin. Oorspronkelijk was dat een brede zeearm die tot aan Brugge reikte. Door het geleidelijke dichtslibben ervan zagen de Bruggenaren zich genoodzaakt om steeds weer een nieuwe voorhaven te realiseren: eerst Damme, daarna Hoeke, Mude (Sint Anna ter Muiden) en tenslotte Sluis. Het mocht niet baten: Brugge werd als haven- en handelsstad overvleugeld door Antwerpen.   
 
In militair opzicht was Sluis (nog wel) van groot belang. In 1604 had Maurits van Nassau de stad veroverd op de Spanjaarden. Daardoor hadden de Staatse troepen de controle gekregen over het Zwin. Bij de toegang vanuit zee lag ‘Een schip van Oorloghe (…) op de wacht tegen de Spaensche’, zo is te lezen in de legenda met de Staatse posities en verdedigingswerken (de ‘Verklaringe van de Syde der H.H. Staten der vereenichde Nederlande’).  
Uit de legenda voor de Spaanse kant van het Zwin blijkt dat de Spanjaarden na het verlies van Sluis een nieuwe toegang tot de zeearm wilden realiseren. In de duinen was al een nieuwe schans aangelegd, om ‘van daer een Haven te leggen (…) ende met Chaloupen als oock andre Schepen in Zee te komen, ofte Langs de Paerdemarckt, eens in Cadzandt te vallen’. Sluis hadden de Spanjaarden blijkbaar definitief opgegeven, maar het ‘Eiland van Cadzand’ aan de overkant van het Zwin stond dus nog wel op hun lijstje met terug te veroveren gebieden. 
 
Kosten nog moeite werden gespaard bij de voorbereidingen voor de nieuwe haven (die er uiteindelijk niet kwam). Zo werd een nieuwe vaart gegraven om, zo meldt de legenda, ‘de gemelte Schans van alle nodruft gestadich te water te versorgen’. Ook werd het Oude Zwin, de dichtgeslibde vaarweg naar Brugge, ‘wyder en veel dieper gemaeckt om van Brugge door het Fort Isabella en de nieuwe Schans in zee te komen’.
 
De Spaanse wens om hier koste wat het kost een nieuwe haven te realiseren wekt enige verbazing, want iets verderop hadden ze Oostende. Die havenstad was, een maand nadat Maurits in 1604 Sluis had veroverd, in Spaanse handen gevallen, na een belegering van drie jaar. Maurits’ oorspronkelijke plan van destijds was om die belegering te doorbreken en Oostende te ontzetten. Blijkbaar was hij bij nader inzien tevreden met Sluis als bruggenhoofd in Vlaanderen, want hij liet Oostende aan de Spanjaarden.     
 
De kaart oogt als een neutrale, haast journalistieke weergave van de militaire situatie aan weerskanten van het Zwin. De forten, schansen, redouten en andere verdedigingswerken zijn voorzien van Spaanse dan wel Staatse vlaggetjes. De toelichtingen op de situatie aan Spaanse, respectievelijk Staatse zijde zijn ogenschijnlijk geschreven door iemand die geen partij kiest. Zo bevindt zich volgens de kaartmaker aan Staatse kant onder meer ‘Een groot en seer sterck Retrenchement gestadich met veel ervaren Krijchsvolck en goede bevelhebberen beset’. En nummer 5 aan Spaanse kant omschrijft hij bijvoorbeeld als: ‘Dit sijn Spaenschen Corps de Guarden gestadich met goede wacht beset’.
 
Eén opmerking lijkt echter toch een duidelijke sympathie voor de Spanjaarden te verraden. Bijna achteloos meldt de kaartmaker dat de nieuwe verbinding van Brugge naar zee ook bedoeld is om ‘bequamelijck Vlaenderen te bevrijden van alle Moeskoppers’. ‘Moeskoppen’ betekent uit stelen gaan, stropen. Maar in dit verband kan ‘moeskoppers’ eigenlijk alleen worden beschouwd als een (weinig vriendelijke) aanduiding voor de Staatse troepen.   
 
De kaart is gedrukt en uitgegeven door Claes Jansz. Visscher (ca. 1587-1652). Visscher was etser-graveur en drukker-uitgever in Amsterdam. Vanaf 1605 werkte hij in het atelier van Willem Jansz. Blaeu en maakte hij ook verschillende decoratieve kaartranden voor andere uitgevers, onder wie P. van den Keere en Hondius. In 1610 begon hij een eigen drukkerij-uitgeverij. Na zijn dood volgde zijn zoon Nicolaas I hem op en in 1679 nam zijn kleinzoon Nicolaas II het bedrijf over.
Visscher werd vooral bekend als graveur van nieuwskaarten, historieprenten en Hollandse landschappen. Eén van zijn bekendste en mooiste kaarten is de Tabula Frisae, Groninghae et Territory Embdensis uit 1628. Die kaart beslaat Noord-Nederland en een deel van Noord-Duitsland. De kaartrand bestaat uit plattegrondjes van 10 Friese Steden, Groningen en Emden, een aanzicht van Hindeloopen en op de hoeken afbeeldingen van mensen in verschillende klederdrachten. Geheel in stijl met de kaarttitel vermeldde Visscher ook zijn eigen naam in het Latijn: Nicolao Iohannide Piscatore.
 
 



Meehelpen om onze content ook in de toekomst gratis beschikbaar te houden? Doneer dan nu via deze knop!

 

 
Lees meer